Drie dokters met een laptop voor zich keken me aan. Twee chirurgen en een oncoloog. Paul zat naast me. We mochten vragen stellen. Ik stelde vragen, maar de antwoorden lagen vast. Zij waren de wetenden, en als ik niet zou luisteren dan was ik overgeleverd aan kansberekening. ‘Maar’, vroeg de oncoloog aan het einde van het consult, en hij lachte een brede grijns, ‘wie is nu eigenlijk de mens achter Lieneke?’. Ja, wie is de mens achter mij, vroeg ook ik me af. Ik mompelde wat, het obligate: over werk en kind. Hij zei dat hij vermoedde dat ik wel meer was dan dat, en lachte. De chirurgen hadden hun hoofden gebogen over hun scherm, de gedachten alweer bij zeldzamer diagnoses en het uitdagender zaag- en snijwerk.
Toen was mijn haar nog lang en blond. In etappes liet ik het in de weken die volgden kort knippen om de voorspelde uitval voor te zijn. De avond voorafgaand aan de eerste kuur schoor Paul het definitief af tot 0,8 mm. Ik was even euforisch. Als een recruut, trappelend om in dienst te treden. Maar in de coulissen wachtte een stuntvrouw, gedrapeerd om een plastic standaard op een plankje boven het bed; de reserve-mij, voor als de echte misschien toch niet meer zo stoer was. Ik mocht haar alleen niet föhnen.
Tussen Sinterklaas en Kerst was ik naar de huisarts gegaan. Ik had me geen zorgen gemaakt, en dat blijkt dus een slecht teken. Er zat een ei in mijn borst, ik zag het nu ook. De maandag erop zat ik in spreekkamer twee van route drie en wachtkamer twaalf. De chirurg voelde, en sprak met zijn ogen. ‘Het is niet goed’, concludeerde ik. Nee, het was niet goed. Een verpleegkundige met het haar van Willem Engel klemde mijn weefsel in kamer 7b liefdevol tussen een tafelbankschroef. En er werd driftig geprikt en gewroet. Het eitje had nog twee kleine zusjes, zag men op de echo. Eind van de ochtend kon ik mijn ouders het blijde nieuws gaan vertellen.
Gisteren fietste ik door New York. De gele knop bracht me naar Brooklyn, de blauwe knop naar Central Park. Ik koos het park. Het was waar ik stilletjes op hoopte. Een massa slenterende en fotograferende toeristen die de weg blokkeerden. Een verliefd stelletje in een wit koetsje, voortgetrokken door een span paarden met oogkleppen op. En iedereen was bezig met eten, van de veel te dure hotdogs en burgers van een van de vele kiosken. In mijn hand op het stuur zat een infuus geprikt. Het meisje in de beige ligstoel schuin achter mijn fiets was deze week kaal geworden. De moeder die naast haar zat volgde enthousiast mijn tocht door New York. Het display gaf aan dat ik drie kilometer had volbracht. Dat was genoeg. Het ticket dat me door de lucht naar de daadwerkelijke stad had moeten brengen had ik onlangs moeten annuleren. Een verklaring van het ziekenhuis hoefde ik niet te overleggen. Er was niemand die hierover loog.
15 maart 2023
Ik hoop dat je kunt vertrouwen op een goede afloop 👊🍀
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel, Hans.
LikeLike