Bijna elke dag een strak blauwe lucht. Net als toen ik klein was, en we in de zomer naar het buitenbad mochten. Slechts een paar keer per dag het geronk van een vliegtuig. Er zijn ook veel blij kwetterende en nestelende vogels. Ik ben vaak buiten. We maken ouderwets fietstochtjes, en gaan wandelen in Klarenbeek of Sonsbeekpark, of picknicken op een strand aan de Rijn. Ik werk in de tuin, heb gras gelegd, we hebben een hoge drukspuit geleend om de muren te ontdoen van mos, een zandbak gevuld. En zo mogelijk eten we ’s avonds buiten, aan een wankel houten tafeltje met citroengeel zeiltje.
Als je ziek wordt van Corona en het zet door, dan heb je het benauwd. Krijg je uiteindelijk niet meer voldoende lucht binnen, dan word je op de IC in slaap gebracht, krijg je een buisje in je luchtpijp om deze zo open te houden, en word je aan de kunstmatige beademing gelegd. Je ligt zo in isolatie op je buik een gat in de maand te slapen, in hulpeloze afwachting van het wijken van het ergste kwaad, totdat een IC-verpleegkundige, met een hart op zijn t-shirt, je weer omdraait.
Er was nog een andere stikstofcrisis, hiervoor. We mochten geen huizen meer bouwen. Een huis is in principe een afgesloten ruimte, lees ik op de website van een ventilatiebedrijf. Nieuwe woningen zijn goed geïsoleerd en volledig luchtdicht. Wanneer de lucht onvoldoende ververst wordt, nemen de CO2 en waterdamp uit onze ademhaling toe, en daalt het zuurstofgehalte in de ruimte, zo staat er. Daarom is het belangrijk voldoende te ventileren. Maar niet alleen binnenshuis loop je risico op zuurstoftekort. Dat staat er ook.
Ik probeer er het beste van te maken, me te richten op het positieve, het te nemen zoals het komt, met de dag te leven, maar het begint me te benauwen. Het luchtig houden valt me steeds zwaarder. Het is lente en het voelt als een winterslaap. We zijn vrij, maar het is als vrij zijn op een zondag van vroeger. Je mag af en toe luchten maar verder mag je dan ook niks, ja, binnen spelen, of naar de kerk.
Er hangt een stilte in de lucht die klinkt als oordoppen in je oren of onder water zwemmen. Je hoort wel maar je mist wat. Je ziet wel mensen maar er ontbreekt iets. Het is als het inhouden van de adem, het lukt wel even maar langzaam neemt de druk toe en uiteindelijk zal je stikken. Ik wil naar buiten, naar een buiten dat geen binnen is.
19 april 2020