Het resusaapje zal het wel weer moeten gaan oplossen. Het is altijd de klos. Toen we een hiv-medicijn zochten, als we malaria of MS onderzoeken, en nu weer bij het testen van een vaccin. Komt omdat ze zoveel lijken op mensen, en zo makkelijk gevangen te houden zijn. Het aapje wordt gedwongen zich op te offeren voor ons leven. Een heldendood eigenlijk.
Elke seconde is alles nieuw, alles wordt steeds vervangen. Plantjes, diertjes, de wolken die komen en gaan, kuikens, lammetjes, mensjes, alles steeds nieuw, nieuw en opnieuw. Mijn eigen kind herken ik niet op foto’s van een jaar geleden. Ik heb al twintig kindjes gehad. Ze verandert doorlopend, er is steeds iets nieuws. Eerst het openen van de oogjes, het kraaien, het omdraaien, dan het kruipen, de tandjes, het opstaan, de eerste woordjes, het praten, daarna het lopen, het rennen en dan nu het watergeven van de pannenkoekenplant.
Het ene wordt snel vervangen – een vliegje, een bloem – het andere zo langzaam dat het een constante lijkt – de zon, de aarde, het heelal. En ook de zee, de rotsen, oude bomen. Dat wat veel sneller vervangen wordt dan ikzelf, lijkt minder belangrijk, minder waard. Een goudvis, rups, vlieg, paardenbloem. Wat veel langzamer vervangen wordt, neem ik voor vanzelfsprekend: de maan, de bossen, het water, de stad, mijn ouders. Ook ik lijk vanzelfsprekend.
Ik zag een sjamaan uit de regenwouden van Ecuador op tv. Hij was als een rots waarop je breekt. Alsof hij wortels had van binnen die onaantastbaar waren en reikten tot het diepst van de aarde. Hij leek oud, oeroud, en niet te verwoesten.
Er zijn overal mensen, het is er vol van. De natuur is aan het snoeien, en wil dat we ons opofferen, maar wij willen niet weg. We laten ons nog liever gevangen zetten. We willen geen nieuws of verandering, we willen hetzelfde. We willen hier blijven, en dat alles blijft zoals het is. Zonder dat dit wat kost. En kijken het resusaapje nog maar eens lief in de oogjes.
17 mei 2020