Ik moest chips. Had het de hele dag al uitgesteld en nu kon het niet meer wachten. Ik ging naar de Coöp achter de Steenstraat. Bij de ingang zat een dakloze op de grond. Een lange mevrouw in bloemetjesjurk was met hem in gesprek. Ik vroeg me af waarover ze het hadden. Ik praat ook wel eens met dakloze mensen, maar schaam me na afloop meestal voor mijn trots: kijk mij eens oprecht geïnteresseerd dit gesprekje met een mens in nood voeren.
Het werden twee zakken, een naturel en een paprika, heel jaren tachtig. Het was een aanbieding en er was een verjaardag overmorgen dus we hadden ze nodig, hield ik mezelf voor. De verjaardag was ’s ochtends.
Bij de kassa stond een vrouw met bleek gezicht en ingevallen wangen; ze had haar kunstgebit thuis gelaten. Haar blote voeten staken in pluizige roze pantoffels. De rode nagellak op de tenen bladderde, net als op mijn eigen nagels. Ze rekende een potje zure haring af, en keek me daarbij vriendelijk aan.
Op de weg terug naar huis keek ik naar mijn spiegelbeeld in het raam van een auto. Ik probeerde mijn buik in te houden bij het oversteken. Het groepje mannen voor het Turkse koffiehuis keek me na, dacht ik te voelen.
Op de stoep voor me liepen een man en een vrouw in sportkleding. Ze stonden even stil. De vrouw trok het shirt van de man uit. De man liep verder met ontbloot bovenlijf, het was gespierd en nat van het zweet. De vrouw trok haar onderbroek recht onder de mintgroene legging die ze droeg en wrong zich in onmogelijke bochten om over haar schouder te kunnen zien hoe haar kont eruit zag in het lycra.
De naturelchips bleken Barbecue Ham Flavour. Ik eet geen vlees. Het bleek mijn lievelingssmaak. In Frankrijk at ik ze altijd, ze zaten daar in een zwarte zak. Tien jaar was ik ernaar op zoek geweest in Nederland. Het was een mooie dag. Ik at de hele zak op. En ook nog wat van de paprika.