Op de Arnhemse Mega Zomerkermis namen we een megafrietje. Het zat in een puntzak. De eerste frietjes hadden dus de volle laag mayo gekregen, en de onderste frietjes moesten het zonder doen. Aan een smoezelige picknicktafel, die op het parkeerterrein van het Gelredome geplaatst was, aten we ze in stilte op. Voor ons zweefden gekleurde olifanten, naast ons waren zuurstokken, wijnballen en suikerspinnen. Overal draaiende objecten, flitsende lichten en een tering herrie van muziek, gegil en laatste ronde roepende kermismedewerkers. Vrouwen met glimmend bruine gezichten droegen strakke truien met gaten op de rug, baby’s waren getooid met enorme roze haarbanden. In een opgepimpte scootmobiel zat een klein kereltje met megafoon reclame te maken voor de 1,5 meter maatschappij. Bij een spel met ballen had ik na een kwartier verwoed gooien vierentwintig punten behaald. Enthousiast keken we naar de gigantische knuffeldieren die boven ons hoofd bungelden. Onze score gaf echter slechts recht op het kleine spul uit de vitrine bij de kassa: bellenblazers, aanstekers, trekbommetjes of slijm met glitters. Het werd een robotje van lego. Thuis moest deze meteen in elkaar gezet worden, en vervolgens ook direct weer ontmanteld. Een armpje verdween tussen de spleten van de houten vloer. Het lampje werd tot het oog van een cycloop. De peuter at vervolgens nog drie borden stamppot bloemkool voor het slapen gaan. Alles was mega.
10 juli 2021